We kochten ze al vaker in de winkel, maar nu maakte we de nonnevotten een keer zelf. Ze zijn ook zo lekker en het is best gemakkelijk om ze te maken. Alleen het rijzen en na rijzen zorgen ervoor dat je wel op tijd moet beginnen.
De ingrediënten (Voor ca. 17 nonnevotten):
✧ 500 gram bloem
✧ 100 gram zachte boter
✧ 50 gram suiker
✧ 1 ei
✧ 175 ml lauw warm water
✧ 7 gram droge gist (Ik had een recept met 25 gram, maar dat is echt te veel en krijgen de nonnevotten een gist smaakt.)
✧ 2 liter zonnebloemolie (Om in te bakken.)
✧ 250 gram fijne suiker (Om ze na het bakken doorheen te rollen. Als je een deel invriest heb je minder nodig die rol je pas door de suiker als je ze weer warm maakt.)
Om te beginnen doe je bloem in een mix kom. (Deze weeg je hier gewoon in af.) Dan voeg je de zachte boter, suiker en het ei toe.
Dit mix je even met kneedhaken op een lage stand. Als dat een beetje onder elkaar zit, voeg je langzaam het lauw warme water toe. En daarna voeg je ook de gist toe. vervolgens mix je met de kneedhaken dit op een hoge stand tot een soepel deeg.
(Van de gist bleek ik alleen veel te veel van te hebben, omdat de nonnevotten nog naar gist smaakte. Toen ging ik apart opzoeken hoeveel gist je onder de bloem moet doen en vond ik dat je 1 a 1,5 gram gist per 100 gram bloem nodig hebt. Bij de 500 gram bloem die ik voor dit recept gebruikte zou dat dus 5 tot 7,5 gram gist zijn. Dus had ik met 1 zakje van 7 gram gist al genoeg, in plaats van de 3 en 1/3 zakjes, 25 gram gist die ik gebruikte. Oeps, maar ik ga het zeker nog eens maken. Alleen dan met maar 1 zakje gist, want op de gist smaak na waren ze zeker lekker en goed gelukt.)
Daarna maak je er een mooie bol van die je midden in de kom legt. Dan dek je deze af met vershoudfolie en laat je het deeg 1 uur rijzen op een warme en tochtvrije plaats. Hierna zit de kom een stuk voller. Zorg dus dat je een groot genoegen kom hebt.
Vervolgens bedek je snijplakken met bakpapier. (Ik had 2 snijplakken nodig om de nonnevotten allemaal kwijt te kunnen.) Dan weeg je 50 gram deeg af. Hier rol je een lange gelijkmatige sliert van, waar je daarna de uiteindes in elkaar draait. Op deze manier ontstaat er een losse knoop. (Wanneer je wilt dat de nonnevot nog een gat in het midden heeft naar het bakken moet je de open groot genoeg laat.) Vervolgens leg je een theedoek over de snijplank en laat je het deeg nog een half uur na rijzen op een warme tochtvrije plaats.
Door het na rijzen zet het deeg weer uit. Als je de opening in het midden van de nonnevot niet groot genoeg maakt, kan het zijn dat er nu bijna geen opening meer is. (Dit maakt voor de smaak verder niks uit.)
Dan kun je ze gaan bakken. Hiervoor zorg je dat de zonnebloemolie tussen de 170 en 180 graden is. Vervolgens pak je een nonnevot van de snijplank. Deze legde ik in een ijzeren schuimspaan, om hem veilig in de hete zonnebloemolie te doen. Zo leg je er een stuk of 4 tegelijk in de olie. Na een minuutje of 2 draai je de nonnevotten om en dan is een kant al goudbruin. Vervolgens bak je de andere kant ook goudbruin.
Daarna schep je ze er 1 voor 1 uit en rol je ze door een kom met fijne suiker. En dan is de nonnevot klaar.
Vind je het er te veel voor een keer, dan kun je een gedeelte ook in de diepvries doen. Deze doe je na het bakken niet door de fijne suiker rollen. Dit doe je dan pas nadat je ze even in de oven opwarmt als je ze wilt gaan op eten.
Vervolgens kun je de nonnevotten zowel warm als koud op eten.
Kende jij nonnevotten al?